Misschien had je er nog niet eerder bij stil gestaan, maar de glasbak is puur en alleen bestemd voor verpakkingsglas. Daar hoort dus geen servies, spiegel of ovenschaal bij. Voor het gemak, zetten we de do’s en don’ts op een rijtje.
Wél in de glasbak
Verpakkingsglas, dat wil zeggen: al het glas dat gebruikt is als verpakking voor drank, voedsel of cosmetica. Voorbeelden van verpakkingsglas zijn sapflessen, jampotjes en wijnflessen, maar ook deodorantrollers, kruidenpotjes en parfumflesjes. Als je oplet, merk je dat je meer glazen verpakkingen in huis hebt dan je denkt. Klein of groot: die moeten dus allemaal in de glasbak! Dat mag gewoon met restjes en deksels, lekker makkelijk.
Níet in de glasbak
Wat níet in de glasbak moet is glas dat geen verpakkingsafval is, zoals drinkglazen, servies, ovenschalen, spiegels of vlakglas uit ramen, deuren en kozijnen. De reden hiervoor is dat deze materiaalsoorten fouten veroorzaken in het productieproces van nieuw verpakkingsglas. Niet in de glasbak gooien dus, maar in het ‘gewone’ restafval of naar de milieustraat. Ook bij twijfel.
Zoals gezegd mogen potten en flesjes met restjes de glasbak in, maar wat als je een volle fles of pot hebt? Leeg deze dan even in de restafvalbak of, als het etenswaar is, in de gft-container.
Wat tot slot nadrukkelijk niet in de glasbak mag belanden zijn medicijnen. Zorg er dus voor dat medicijnpotjes en -flesjes helemaal leeg zijn voordat je ze in de glasbak gooit. Potjes en flesjes waar nog medicijn in zit kun je kwijt bij de apotheker of bij de milieustraat.